Soms is het prettig niet al te veel tijd en woorden te besteden aan een casus. Bijvoorbeeld omdat het geen groot vraagstuk is of dat de groep het stellen van vragen eens wil afwisselen met een andere gespreksvorm. Of omdat de casusinbrenger niet veel woorden heeft. De roddelmethode leent zich daarvoor.

Deze methode is te gebruiken als snel verkend moet worden of en hoe de casusinbrenger zelf –door bijvoorbeeld een blinde vlek- zijn eigen bijdrage in de problematiek niet scherp heeft. Het is een methode waarin op een relatief veilige manier feedback kan worden gegeven. Een onveilige groep is een contra-indicatie. De methode neemt globaal 40 minuten in beslag.

Beschrijving methode

Vraag introductie – 5 minuten
De inbrenger introduceert zijn/haar vraag en geeft een beknopte toelichting

Probleemverkenning – 10 minuten
Overige groepsleden verkennen de vraag door het stellen van drie creatieve vragen. Schrijf deze vragen op een flap-over. De inbrenger beantwoordt de vragen die hem/haar stimuleren.

“Roddelen” – 10 minuten
De inbrenger gaat buiten de kring zitten en bemoeit zich op geen enkele manier met het gesprek. Hij/zij luistert aandachtig en maakt notities over zaken die hem/haar raken of opvallen.
De groepsleden “roddelen” met elkaar over de vraag van de inbrenger en over mogelijke achtergronden, oorzaken en oplossingen.
De groepsleden komen uiteindelijk tot een gezamenlijk advies.

Reactie van de inbrenger – 10 minuten
De inbrenger komt terug in de groep en vertelt zijn/haar ervaringen als waarnemer van de roddelfase. Wat heeft hem/haar geraakt? Wat is opgevallen? Accepteert hij/zij het gegeven advies?

Evaluatie – 5 minuten
Inbrenger en groep kijken terug op het verloop van dit gesprek: wat heeft het de inbrenger opgeleverd? Hoe zijn de groepsleden met de vraag omgegaan?